De tijd gaat verder. De kleine visjes worden groter, het mooie aquarium wordt steeds voller en raakt steeds rijker begroeid. Visjes komen en gaan. Sommige visjes maken andere vriendjes, bij anderen verandert er maar weinig. Op een ochtend word ik wakker, en zie ik dat het aquarium in een prachtige blauwe kleur is gehuld. Hip hoor, zo'n nieuwe lamp!
Ik geniet ervan, iedere dag, van die andere visjes, het aquarium en de reizen die ze daarin maken. Maar ik zie ook dat hun wereld verandert, en mijn wereld niet.
Het is een aparte gewaarwording, om in alle rust de wereld zo te zien veranderen. Om er niet middenin te hoeven zitten en klakkeloos te doen wat anderen ook doen. Niet constant op zoek te hoeven zijn naar 'beter', 'meer' of 'sneller', simpelweg omdat het niet kan, en ook omdat het helemaal niet nodig is.
Ik zit op mijn eigen eiland, en aanschouw de wereld in alle rust. Ik hoef niet uit onrust en ontevredenheid telkens op zoek naar een nieuw doel, een nieuwe ambitie. Ik ben niet bang voor de stilte in mezelf, en wat er gebeurt als alle geluiden, drukte en 'belangrijke' zaken wegvallen. Laat het maar komen. Alleen met mijn gedachten. Niks aan de hand.
Ik zit in quarantaine, en geniet vanaf de zijlijn. Ik hoef niet naar het buitengewone te streven. Het alledaagse is voor mij bijzonder genoeg. Het is een gift die de ziekte met zich mee heeft gebracht. Een andere bril, een andere visie, een ander gevoel.
Innerlijke rust ligt niet in het uitschakelen van het denken,
maar in de herkenning dat je diepste wezen
niet kan worden verstoord door het denken.
Erik van Zuydam