Op straat lopen mensen, achter ramen is er beweging, op terrasjes wordt gelachen, korte broeken, zomerkleedjes. Maar toch voel ik nog elke dag de kilte van een winderige winteravond. Hoe het komt, geen idee. Misschien zijn het mijn hormonen die de bovenhand nemen. Deze dagen voel ik me soms volstrekt alleen op deze wereld. Wat ik me afvraag ( al langer dan vandaag hoor, maar nu stoort het me) wat zijn vrienden eigenlijk, welke rol spelen ze in mijn leven. Wie zijn ze, waar wonen ze en vooral waarom zijn ze mijn vriendschap waard? Kennissen heeft iedereen met bergen, bergketens zelfs. Als ik het zo bekijk is zelfs Helena Christensen een kennis van me. Maar vrienden, horen die er niet te zijn als ik ze nodig heb ? Vragen ze eens niet, hoe gaat het met je? Springen ze eens niet binnen als ik het echt moeilijk hebt? Zetten ze hun geplande uitstapjes niet even opzij zonder dat ik het vraag?
Gewoon omdat het vrienden zijn? Moeilijk te zeggen in deze drukke tijd, vreemd vooral omdat we toch niet meer werken met postduiven of rookpluimen.
Misschien moet ik gewoon kiezen voor mensen die bij me passen.
Genoeg gedachtenspinsels.
Moe, ik ben moe, niet gewoon moe maar echt moe. Goed volgens de dokter, tijdens het rusten heeft mijn lichaam alle tijd om te werken, als ik een inspanning lever steekt het al zijn energie daarin. Tof om te horen, maar hoe gaat dat dan in de praktijk? Het eten gaat beter, voel me al minder konijn dan eerst, maar de suiker mis ik nog enorm. Ze noemen het niet voor niets een suikerverslaving.
Ik trek me dan maar op aan de weegschaal die dan toch weer om de paar dagen positief nieuws brengt.
En toch voel ik mezelf nog steeds dapper dat ik na dag 18 kan zeggen dat ik nog steeds niet gezondigd heb!
Fieso